top of page

Waarom vers vlees voor hond & kat?

Waarom rauwe vleesvoeding?

Als je kiest voor rauwe vleesvoeding, kies je voor voeding die past bij het verteringsstysteem van een (opportunistische) carnivoor (vleeseter) zoals een hond en kat. Er wordt wel eens beweerd dat een hond een omnivoor (planten- en vleeseter) is en geen carnivoor, maar als je naar het verteringsstelsel en het gebit kijkt klopt dat niet. De darmen zijn wel iets beter aangepast op plantaardig voer dan bij een kat, de term opportunistische carnivoor vind ik dan ook het beste bij een hond passen. Als hij de kans heeft, eet hij ook plantaardig voedsel, maar dat betekent niet dat een hoofdzakelijk plantaardige voeding het beste is. Katten zijn nog duidelijker carnivoor en hebben minder tot geen behoefte aan plantaardig voedsel.

Waarom is het zo gezond?

Rauw vlees heeft ten opzichte van verhitte voeding zoals blikvoer en brokken meerdere voordelen:
- er zitten goede bacterien in die goed zijn voor de darmen en daardoor zorgen voor een betere afweer
- het zorgt voor een zuurder maagzuur, waardoor slechte bacterien en parasieten minder/geen overlevingskans hebben
- het zorgt voor minder afvalstoffen in het lichaam
- het belast de organen minder
- de voedingsstoffen zijn natuurlijk en niet synthetisch (alhoewel sommige kvv-merken wel synthetische vitamines toevoegen)

Wat merk ik daar dan van?

Dat verschilt per dier, maar veelgehoorde verschillen tussen het voeren van brok en vers zijn:
- geen jeuk meer
- niet meer zo stinken (lichaamsgeur, winderigheid, uit de bek stinken)
- minder vaak naar de de dierenarts
- mooiere vacht
- geen oorontstekingen meer
- geen volle anaalklieren meer
- minder vaak poepen en kleinere opraapbare drollen
- minder vaak wormen en/of vlooien
- minder hyperactief, maar wel actief

Hoe kan dat?

Doordat verhitte voeding zorgt voor veel afvalstoffen, worden de afvalstoffen op verschillende andere manieren uitgescheiden, bijvoorbeeld via de interne organen, via de vacht (doffe vacht, jeuk, stank), via de darmen (daar kan het dier winderig van worden), via de oren (oorontsteking). Daarnaast is de ontlasting op verhit voer te zacht om de anaalklieren uit te drukken, maar een goede vers vlees drol zorgt er vanzelf voor dat de anaalklieren leeggedrukt worden. De functie van de anaalklieren is om een geurtje mee te geven aan een drol, zodat anderen die de drol ruiken weten van wie die is. Als de ontlasting te zacht is, lukt dit niet, en blijft de geurstof in de anaalklieren zitten.

Hoe moet het?

In de gebruiksaanwijzing voor kvv kun je lezen hoe het werkt als je complete rauwe vleesvoeding wilt geven. Daar zit als het goed is alles in wat de hond of kat nodig heeft en dat is helemaal gemalen. Maar je kunt ook zelf samenstellen, dan voer je vlees, botten, organen en eventueel meer in de juiste verhoudingen. Hoe dat moet kun je lezen in het artikel over Zelf samenstellen.

De Beste KVV

Wat is het beste kvv-merk voor hond en kat?

Je wilt je hond of kat de beste kvv voeren die er is, wat zou ik dan aanraden om te voeren? Elke hond en kat is anders en het verschilt per dier welke voeding het beste bevalt. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de verhoudingen van de voeding of allergische reacties op bepaalde diersoorten. Maar voor alle dieren geldt: betere kwaliteit zorgt voor minder problemen. In dit artikel noem ik de drie merken die in mijn ogen de beste kvv-merken zijn. Alledrie hebben ze voedingen voor honden en katten.

 

Criteria
De criteria hiervoor zijn:
- een goede samenstelling: o.a. goede verhoudingen bot-spiervlees-orgaan, en bevat de juiste organen
- ze leggen de nadruk op het belang van goede kwaliteit spiervlees
- ik ben overtuigd van de deskundigheid en eerlijkheid van de makers (door het lezen van forumberichten en contact via email of telefoon)

 

Kwaliteit van het spiervlees
Voor een goede complete voeding is de kwaliteit van het spiervlees erg belangrijk. Goed spiervlees is duur, omdat dit ook door mensen graag gegeten wordt. In veel merken wordt goedkoper vlees gebruikt om de prijs te drukken. Helaas kun je aan de kvv vaak niet zien of de kwaliteit van het vlees goed of slecht is, doordat het gemalen is. "Slecht" spiervlees bevat minder voedingsstoffen en heeft een ander aminozurenpatroon dan spiervlees van goede kwaliteit. Dit hoef je niet meteen te merken, maar zorgt op langere termijn voor tekorten.

 

Bandit
Bandit is ontwikkeld door nutritionist Huub van de Lang, met behulp van zijn vrouw, dierenarts Tannetje Koning. Zij hebben beiden veel kennis over voeding, en rauwe vleesvoeding in het bijzonder. Tannetje Koning heeft hierover ook een boekje geschreven: Zelf eten maken voor kat en hond.

Ze hebben de voeding zorgvuldig samengesteld en ook uitgebreid laten analyseren in het laboratorium, om er zeker van te zijn dat het alle nodige voedingsstoffen in voldoende hoeveelheden bevat. Bandit is het enige merk die mij zulke uitgebreide analyses kon laten zien. Ze hebben er zelfs voor gezorgd dat er genoeg omega 3 in alle Banditmixen zit, wat vrij uniek is voor kvv. 

Bandit bevat kwaliteitsproducten:
- spiervlees dat ook gegeten wordt door mensen
- de ingrediënten zijn biologisch, met uitzondering van vis en wild

Bandit heeft ook specifieke voeding voor honden en katten met aandoeningen. Als je vragen hebt over de voeding, kun je altijd bij ze terecht: je krijgt duidelijk en deskundig antwoord.

 

Carnivoer
Carnivoer is ontwikkeld door de eigenaren van de dierenartspraktijk Any Animal. Zij hebben veel kennis over voeding, en speficiek ook over rauwe vleesvoeding.
Erwin van Gijtenbeek is naast dierenarts ook dierosteopaat is afgestudeerd in orthomoleculaire geneeskunde volgens de kPNI (klinische psycho neuro immunologie). kPNI houdt zich onder andere bezig met evolutionaire voeding. Erwin van Gijtenbeek heeft onderzoek gedaan naar brokvoeding versus vleesvoeding en heeft het onderzoeksrapport gepubliceerd. 

Vanuit hun brede kennis over voeding, hebben ze een eigen merk op de markt gebracht. Waar Carnivoer de nadruk op legt, is de kwaliteit van het spiervlees. Ze gebruiken de bewegende delen van het dier, wat de meest kwalitatieve stukken spiervlees zijn.  Met vragen over hun voeding kun je altijd bij ze terecht, je krijgt duidelijk en deskundig antwoord.

 

Haaksbarf
Haaksbarf is ooit begonnen met een slager die zelf kvv is gaan ontwikkelen. Tegenwoordig is Haaksbarf in handen van twee enthousiaste eigenaren, die zich flink verdiept hebben in het rauw voeren.
 

Haaksbarf legt ook nadruk op de kwaliteit van het vlees. Haaksbarf is bij uitstek geschikt voor honden met allergie-problemen, omdat alle voedingen slechts één diersoort bevatten. Veel honden en katten die een allergie hebben, knappen op met een eliminatiedieet met de voeding van Haaksbarf. Ik heb alleen nog maar goede ervaringen gehoord.

Als je er niet helemaal uitkomt, dan kun je altijd terecht bij Haaksbarf, ze geven goede en deskundige adviezen.

 

Andere goede kvv-merken
Dat ik alleen deze drie merken noem, betekent niet dat er geen andere merken zijn die voeding van goede kwaliteit verkopen. Er zijn waarschijnlijk meerdere merken die goede voeding maken. Maar de hierboven genoemde merken, zijn de merken die ik op dit moment met overtuiging kan aanraden.

Wat is een goede brok?

Wat is een goede brok?
Kortgezegd bevat een goede brok voornamelijk vlees en dierlijk vet en geen chemische toevoegingen. Hieronder een beknopt overzicht van de gewenste en ongewenste ingredienten van een brok. 
 

Een goede brok bevat

Voornamelijk vlees
Naast de hoeveelheid vlees is ook de kwaliteit van belang. Een combinatie van vers vlees en gedroogd vlees (vleesmeel) met het liefst ook gevogelte is optimaal. De hoeveelheid is te vergelijken op basis van dierlijke eiwitten (in brokkenvergelijker) en zowel het droge als verse vlees moet in de samenstelling voor het graan/aardappel staan.

Genoeg dierlijke vetten

Voor een gezonde volwassen hond is minimaal 16% vet heel gezond. Kwaliteit is natuurlijk ook belangrijk, maar lastig te achterhalen. Visolie bevat gezonde omega 3 vetzuren.

Vlees en vet van gezonde dieren

Gezonde dieren zijn dieren die bewegingsruimte hebben en de mogelijkheid natuurlijk gedrag te uiten. Biologisch en vrije uitloop verdient de .

Wat is een goede KVV?

Waar je op kunt letten bij het kiezen van een kvv. Eerst in het kort de belangrijkste richtlijnen.

1. Wissel sowieso diersoorten af, ook als het merk zegt compleet te zijn met een premix.
2. Kies voor bot als calciumbron, zeker bij een pup.
3. Vermijd tarwe en suiker.
4. Een klein beetje rijst schijnt niet zo erg, of juist goed, te zijn.
5. Groenten zijn prima voor honden, maximaal 15%. Katten hebben hier minder behoefte aan.
6. Een goede kvv bevat minimaal 45% spiervlees, tussen 15% en 25% bot, maximaal 25% orgaan.
7. Biologisch vlees heeft bij mij altijd de voorkeur, omdat dat volgens mij van betere kwaliteit is, minder antibiotica bevat (en andere nadelige stoffen) en om het dierenwelzijn.
8. De kwaliteit van het spiervlees is erg belangrijk, maar helaas niet te herkennen in een kvv.
 

1. Compleet door

Compleet door een premix
Een premix is een mix van vitamines en mineralen. Een nadeel van een premix is dat het synthetische toevoegingen zijn, terwijl ieder levend wezen veel meer heeft aan natuurlijke bronnen van voedingsstoffen. Bij sommige honden lijken gezondheidsproblemen te ontstaan door de toevoeging van een premix. Het is meestal onduidelijk wat er precies in de premix zit. Zo kan een premix suiker, gistextract en/of menadion bevatten, dit zijn ingredienten die naar mijn mening niet in een diervoer thuishoren. Ook bij merken die compleet zijn door een premix, is het aan te raden om af en toe diersoorten en/of merken af te wisselen. De opname van vitamines is volgens dierenarts Erwin Gijtenbeek beter als deze niet elke dag gevoerd worden, wat dus wel gebeurt als je altijd hetzelfde merk met premix voert.

Compleet door diersoorten af te wisselen
Bij merken die geen premix bevatten, wordt aangeraden om minimaal vier diersoorten te voeren plus vis te voeren. Volgens de richtlijnen van zelf samenstellen voer je dan compleet. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van de preciese samenstelling van de mix (verhoudingen, welke organen). Een nadeel is dat je niet weet hoeveel er van de vitamines in zitten, en dat je op de fabrikant moet vertrouwen dat de ingredienten van de juiste kwaliteit is.

Compleet door natuurlijke toevoegingen
Tenslotte zijn er ook merken die compleet zijn door natuurlijke toevoegingen. Deze toevoegingen kunnen bijvoorbeeld olie of plantenextracten zijn. Je zou kunnen zeggen dat dit voor carnivoren misschien geen natuurlijke toevoegingen zijn, maar ze zijn een stuk natuurlijker dan synthetische vitamines en mineralen. Zo wordt bijvoorbeeld soms zonnebloemolie of maiskiemolie toegevoegd voor vitamine E en zalmolie voor de omega 3 vetzuren. Bij de merken die zeggen dat ze compleet zijn door natuurlijke toevoegingen heb ik niet kunnen controleren of dit werkelijk zo is, alleen Bandit geeft de gehele analyse vrij om de compleetheid aan te tonen. Voedingsdeskundige Huub van de Lang raadt aan om af en toe diersoorten af te wisselen, omdat dat beter is voor de alvleesklier (die maakt bepaalde verteringsenzymen aan).

--> Om deze redenen raad ik aan om dus ongeacht de compleetheid toch (in ieder geval af en toe) van diersoort af te wisselen.

2. Calciumbron
Zoals je in het kvv-overzicht kunt zien, kan de calciumbron bot of een calciumsupplement zijn. Het beste is bot als calciumbron, dit is voor een carnivoor een natuurlijke vorm van calcium en het lichaam weet heel goed wat er met het calcium moet gebeuren. Bovendien zitten er in bot meer voedingsstoffen dan alleen calcium. Bij een pup schijnt een teveel aan natuurlijk calcium (uit rauw bot) makkelijker via de ontlasting uitgescheiden te worden, maar een teveel aan calcium uit een calciumsupplement komt in de bloedbaan terecht. Hier bindt het zich aan andere mineralen die daardoor niet meer beschikbaar zijn, het verstoort de hormoonhuishouding die belangrijk is voor normale botgroei en het heeft een negatief effect op de schildklier (ook belangrijk bij botgroei). Hierdoor kan bij grote rassen groeipijn ontstaan bij een teveel aan calcium uit een onnatuurlijke bron.

--> kies dus voor een kvv met bot als calciumbron

3. Plantaardige ingredienten
Sommige merken gebruiken plantaardige ingredienten. Welke zijn goed en welke minder?

Groenten en fruit
Veel mixen bevatten groenten. Voor honden is dit geen probleem, maar voor katten zijn groentes minder goed. Groentes zijn van toegevoegde waarde door de vitaminen en mineralen die ze bevatten en als bron van ruwe vezel, wat goed voor de darmen is. Sommige mensen zijn van mening dat een carnivoor helemaal geen groente nodig heeft, omdat ze dit in de natuur ook niet eten. Lees meer over de visies op het wel of niet voeren van groente in dit artikel over groenten.

Granen
Honden en katten hebben geen granen nodig. Het schijnt zelfs slecht te zijn door bepaalde stofjes (antinutrienten) die de darm kunnen irriteren. Daarnaast zijn er aardig wat honden en katten die een allergie ontwikkelen tegen gluten (een soort eiwit in tarwe en sommige andere granen) of tegen alle granen. Toch bevatten veel merken wel granen. Hier worden verschillende redenen voor gegeven:
- uit onderzoek van een fabrikant bleek dat de voeding beter werd verteerd als er een klein beetje rijst inzit
- een andere fabrikant vertelde dat de toevoeging van een klein beetje rijst het vitamine B1-gehalte beter vasthoudt
Je ziet dat het hier enkel om een klein beetje rijst gaat. Om deze redenen zou je kunnen kiezen voor een merk met een klein beetje rijst, maar vermijdt tarwe. Door de gluten die in tarwe zitten en doordat tarwe veel meer van deze slechte stofjes bevat (lectines en saponines), kun je tarwe het beste vermijden.

Plantaardige olie
Volgens de richtlijnen van zelf samenstellen (de meeste visies) is plantaardige olie geen onderdeel van een menu voor een hond of een kat. Sommige fabrikanten voegen zonnenbloemolie of tarwekiemolie toe als vitamine E bron, maar teveel plantaardige olie kan de verhouding tussen de omega 3 en omega 6 vetzuren verstoren. Of deze verhouding nog juist is, kun je alleen weten als de verhouding bekend is. Zo kan er vis toegevoegd worden voor de omega 3 vetzuren en soms wordt ook lijnzaadolie hiervoor gebruikt. Volgens voedingsdeskundige Huub van de Lang heeft lijnzaadolie echter een negatief effect en volgens Lizzy Plat-Coeler van Barfplaats is lijnzaadolie geen goede bron van omega 3 omdat het een inactieve vorm is die de hond/kat niet kan omzetten.

Overig
Verder worden er soms plantenextracten, kruiden, vezels of suiker toegevoegd. Plantenextracten en kruiden kunnen geen kwaad en kunnen zelfs een goede werking hebben, afhankelijk van welk kruid er gebruikt wordt natuurlijk. Suiker is een ongezond ingredient.

--> Kies voor de hond voor 0%-15% groentes
--> vermijd tarwe en kies naar eigen inzicht voor wel of geen rijst
--> vermijd suiker

4. Verhoudingen vlees, bot en orgaan
De verhoudingen zijn belangrijk, omdat spiervlees, bot en organen allemaal een andere bijdrage leveren aan het menu.

Spiervlees
Vlees, ook wel spiervlees genoemd, is eigenlijk de basis. Een prooidier in de natuur bestaat ook uit voornamelijk spiervlees.

Bot
Het percentage bot is voornamelijk belangrijk voor de calcium. Als je te weinig bot geeft, kan de hond een calciumtekort oplopen. Teveel bot is ook een probleem, want het overschot aan calcium zorgt ervoor dat de ontlasting heel erg hard wordt, soms zelf zo hard dat de hond of kat niet meer kan poepen. Naast calcium, bevat bot vele andere mineralen.

Orgaan
Organen zijn ook belangrijk, die bevatten specifieke voedingsstoffen. De essentiele organen zijn hart, lever en nier en voor honden wordt ook aangeraden om pens te voeren. Andere organen mogen ook gevoerd worden, maar die voegen minder toe.

Volgens de richtlijnen van het zelf samenstellen, zijn de volgende verhoudingen het beste:
Spiervlees: minimaal 45%
Bot: 15%- 25% (afhankelijk van de ontlasting kun je kiezen voor meer of minder bot)
Orgaan: 15% - 25% (mits de juiste organen worden gebruikt: hart, lever en nier: 10%-15%, pens: 10%)

Lees ook het artikel over de verschillende visies over de ideale verhoudingen voor de hond
Lees meer over het belang van de verschillende ingredienten.

5. Kwaliteit van het vlees
Hierover vind je weinig terug in het kvv overzicht, omdat hier meestal niets over wordt vermeld door de fabrikant. Toch is het wel belangrijk wat de kwaliteit van het vlees is. Zo zegt Huub van de Lang bijvoorbeeld dat kopvlees verteringsenzymen bevat die verstoringen kunnen geven. Aangezien kopvlees goedkoop is, is het aantrekkelijk voor een fabrikant om dit te gebruiken. Ook belangrijk is de herkomst van het vlees, zeker als je het om de ontgiftende organen (lever, nier) gaat. Het beste zijn biologische organen, omdat hier de minste gifstoffen inzitten. Maar ook spiervlees kan ongewenste stoffen bevatten.

--> biologisch vlees en biologische organen zijn beter dan producten uit de vee-industrie

6. Analyse
De meeste kvv-merken geven een analyse van het vlees. Is die belangrijk? Niet echt, de ingredienten zijn veel belangrijker, maar je kunt er wel dingen aan aflezen.

Eiwit
Rond de 15% - 18% eiwit is normaal. Het eiwitgehalte zegt vrij weinig over de kwaliteit van het vlees, alle dierlijke ingredienten bevatten eiwitten. Als er minder eiwit inzit, kan dat betekenen dat er bijvoorbeeld groente, graan of vet is toegevoegd.

Vet
10% - 15% vet is normaal. Iets minder vet is niet erg, dan zul je wat meer moeten voeren, tenzij je juist wil dat je dier gewicht verliest. Als een kvv veel vet bevat, hoef je er minder van te voeren, en krijgt je hond of kat dus minder eiwitten en andere voedingsstoffen binnen. Hoe snel dit een probleem zou opleveren is niet bekend, en zal per hond verschillen, maar bij een gezonde hond/kat die een normale hoeveelheid eet is de kans waarschijnlijk klein dat er tekorten ontstaan. Toch zou ik niet kiezen voor een kvv met een vetgehalte dat hoger is dan 20%, om het risico op tekorten te verkleinen.

Koolhydraten
Dit wordt meestal niet genoemd in de analyse, omdat dit geen essentiele voedingsstof is voor honden en katten. Als er veel koolhydraten in het voer zitten, kan dit leiden tot problemen, zeker bij katten. Daarnaast verteren koolhydraten anders dan eiwitten (andere zuurgraad van het maagzuur en andere enzymen) en is het ook om die reden beter om niet teveel koolhydraten te voeren. Koolhydraten zitten vooral in granen en een klein beetje in groentes. De voedingsdeskundige Huub van de Lang adviseerd om de hond een maaltijd te voeren met maximaal 2% koolhydraten en om bij de kat 0.5% koolhydraten als maximum aan te houden.

Vocht
Het vochtpercentage in kvv is vergeleken met brokken erg hoog, omdat in vlees veel vocht zit. Het is dus geen toegevoegd water, wat in blikvoer vaak wel zo is. Een vochtpercentage van 65% - 70% is normaal.

Fosfor en calcium
Calcium en fosfor zijn heel belangrijk voor de botten. Aangeraden wordt om te kiezen voor een voeding die minimaal net zoveel calcium bevat als fosfor. Wanneer langdurig te weinig calcium wordt gegeven, kan dit leiden tot het All Meat Syndrome (calciumtekort). Een overschot aan calcium kan leiden tot (te) harde ontlasting. Als je weet dat je hond of kat hier gevoelig voor is, kun je erop letten dat je niet teveel calcium voert. 0.5% - 0.6% calcium is normaal, en genoeg.

--> kies voor maximaal 2% koolhydraten voor een hond en 0.5% koolhydraten voor de kat
--> voer minimaal net zoveel calcium als fosfor
 

 

voorkeur boven intensieve dierhouderij.

Natuurlijke mineralen en vitamines

In plaats van vitamines en mineralen in synthetische vorm toe te voegen, is het gezonder om dit direct uit voeding te halen. Zoals natrium uit zeezout ipv natriumchloride en jodium uit kelp in plaats van jodiumsulfaat. Gecheleerde mineralen worden beter opgenomen dan andere mineraalverbindingen, dit worden ook wel chelaten genoemd.

Natuurlijke antioxidanten

Natuurlijke antixidanten zijn: Vitamine E / tocoferolen (E306 tm E309), Vitamine C (E300 tm E302), rozemarijnextract, selenium.

 

Een goede brok bevat geen

Overdaad aan koolhydraten

Honden en katten hebben geen koolhydraten nodig. Een overdaad zorgt vaak voor problemen. Meer dan 40% koolhydraten vind ik veel. Je kunt het percentage koolhydraten berekenen door de percentages eiwit, vet, as en vocht van 100 af te trekken.

Synthetische antioxidanten en conserveermiddelenDe volgende chemische antioxidanten worden in brokken gebruikt en hebben vervelende bijwerkingen: Bha (E320), bht (E321) , propylgallaat (E310) en ethoxyquin (E324). Helaas hoeft het niet op de verpakking te staan.

Msg

Heeft veel vervelende bijwerkingen en honden kunnen hier overgevoelig voor zijn. Het kan zitten in onder andere: gehydroliseerde eiwitten, gistextract, chicken digest. Als het los wordt toegevoegd heet het mononatriumglutamaat of msg.

Gluten

Gluten zijn het eiwitgehalte van granen, er zijn twee soorten eiwit in granen en het meest belastend zijn de gliadinegluten. Als een product 'glutenvrij' is, wordt eigenlijk bedoeld dat het geen gliadine-gluten bevat. Tarwe bevat heel veel van deze gluten, andere glutenhoudende granen zijn gerst, spelt, rogge. 

Plantaardige vetten

Deze zijn lastiger voor het carnivoren-lichaam om bruikbaar te maken voor het lichaam. Bovendien kunnen bij de verwerking van plantaardige vetten transvetten ontstaan, die erg ongezond zijn.

Menadion

Menadion, oftewel vitamine K3, is de synthetische vorm van vitamine K, die een slechte invloed op de gezondheid kan hebben.

Kunstmatige kleur-, geur- en/of smaakstoffen

Niet nodig en niet gezond.

Bijproducten

Niet alle bijproducten zijn slecht, maar als er enkel 'plantaardige en/of dierlijke bijproducten' staat weet je niet wat deze producten zijn en kun je er niet vanuit gaan dat het van goede kwaliteit is. Bijproducten zijn over het algemeen reststoffen uit de humane voedingsindustrie of restproducten uit de vleeswerkerkingsindustrie. Voorbeelden: tarwegluten, maisgluten, sojaschroot, kippenveren.

Soja

Een slechte eiwitbron voor honden en katten, zorgt vaak voor het ontstaan van voedingsallergie en hebben een slechte invloed op de gezondheid.

Melkproducten

Kan lactose bevatten, wat niet verteerd kan worden door honden en katten. Het eiwit caseine uit melk zorgt vaak voor problemen. 

Suiker

Suiker zorgt voor een stijging van het bloedsuikerspiegel en onttrekt het lichaam van vitamines en mineralen doordat voor de verwerking van suiker voedingsstoffen nodig zijn.

Bedankt Meike van www.voerwijzer.com voor deze duidelijke informatie!

bottom of page