top of page

Ontwikkeling vanaf de geboorte tot een volledig uitgegroeid volwassen dier

Bij de geboorte van een Somali-kitten is de ticking nog niet aanwezig en ook de oogkleur moet nog ontwikkelen. De ticking komt meestal door vanaf een week of zes. De mooie warme ondervachtkleur heeft bij een Somali kitten veel langer nodig om te ontwikkelen dan bij een Abessijn kitten. Maar op de leeftijd van anderhalf tot twee jaar is bij de meeste dieren de ticking en vachtkleur volledig ontwikkeld.


Somali kittens mogen nog enige aftekening van een open halsband en streepjes aan de binnenzijde van de poten hebben. Dit moet zo goed als verdwenen zijn als het dier volwassen is. Langzaam komt er meer en meer kleur in de ogen De kleur van de ogen varieert uiteindelijk van groen, amber tot hazelnootbruin. Hoe dieper de kleur hoe beter.

 

Niet alle Somali’s ontwikkelen een volle kraag en broek, alhoewel het na de castratie/sterilisatie wel eens wil gebeuren dat de Somali deze alsnog krijgt. De vachtlengte van de Somali kan variëren en ook het aantal ringen op de getickte haren. Minimaal moeten er vier bandjes op de haren zitten, maar het komt nog regelmatig voor dat dit er meer zijn.

Kleurslagen

Verzorging

Net als elke andere kat heeft de Somali een goede verzorging nodig. Dit houdt in dat ze in een veilige omgeving haar gang moet kunnen gaan en verantwoorde voeding en medische zorg krijgt. Daarnaast natuurlijk scheppen met liefde en gezelschap van mens en dier.

 

De Somali met zijn prachtige halflange vacht vraagt meer verzorging. Deze is zijdezacht, fijn en dicht ingeplant. Onder normale omstandigheden (niet in de rui en in goede conditie) volstaat een wekelijkse kambeurt om de losse haren te verwijderen. Klitten doet een Somali doorgaans niet. Toch kan het een enkele keer voorkomen dat er in de ‘broek’ (beharing op de achterpoten) of de staart een klit zit. Deze kan met een speciale kattenkam vaak makkelijk verwijderd of ontklit worden. Te veel en te vaak met ijver kammen kan ervoor zorgen dat er weinig van de prachtige vossenstaart overblijft.


Wilt u met uw Somali naar een show gaan dan vraagt deze Halflanghaarvacht meer verzorging. Wassen voor de show is echter niet nodig. Als uw dier in prima gezonde conditie verkeerd dan kunt u de vacht verder behandelen met rijstepoeder om uw dier in excellente conditie uit te brengen.

 

Eten is een favoriete bezigheid van de Somali en vooral na de castratie/sterilisatie moet er op het gewicht gelet worden.

Uiterlijk

Somali

Geschiedenis

In 1967 komt de Abessijnen fokster Evelyn Mague een volwassen kater in een dierenasiel tegen. De kat zag eruit als een langharige Abessijn en werd George genoemd. Evelyn Mague ging op zoek naar de herkomst van George.

 

Tot grote verrassing bleken beide ouders van George in haar eigen cattery te verblijven: de Abessijn kater Lynn-Lee’s Lord Dublin en de Abessijn poes Lo-Mi-R’s Trill-by. Uit deze combinatie fokt ze nog zes langharige kittens en ze geeft deze halflangharen de naam Somali om de verwantschap met de Abessijn aan te duiden.

 

Evelyn Mague begon te werken aan de erkenning van de Somali. In 1972 richtte zij de ‘Somali Cat Club of America’ (SCCA) op. In 1979 erkende de ‘Cat Fanciers Association’ (CFA), de grootste kattenvereniging in Amerika, de Somali.

 

Blijft de vraag hoe het kan dat er opeens een langharige Abessijn opduikt. Rond de eeuwwisseling is er met meerdere rassen geëxperimenteerd. Ook de Abessijn is hier niet onderuit gekomen. Men heeft de Abessijn gekruist met o.a. de Perzische langharen en de Angora’s (Denham, 1951, ‘Child of the Gods’). De eigenschap voor lang haar is recessief, die voor kort haar is dominant. Als twee Abessijnen, die het langhaar-gen verborgen dragen, met elkaar gekruist worden kan er dus een Abessijn met lange haren uit komen.

 

Men is op zoek gegaan naar de oorsprong van de Somali. Uiteindelijk bleek dat alle Abessijn-lijnen waaruit Somali’s waren voortgekomen waren terug te voeren naar de Abessijn kater Raby Chuffa of Selene, geboren op 04-04-1952 in Engeland. In 1953 werd Raby Chuffa geëxporteerd naar Amerika. De moeder was de poes Roverdale Purrkinns. Zij leek op een Abessijn maar was van onbekende afkomst.

 

In 1979 worden de eerste Somali poezen naar Nederland gehaald door de fam Van Wijk, waaronder de wildkleur poes Nephrani’s Royale. De eerste Somali-kater Tigerlily Sir Rodger (sorrel) werd door mevr R. van Haeringen binnen de FIFe geïmporteerd. Met deze kater maakte ze ook een combinatie tbv de Zilver-Somalifok. Halverwege de jaren tachtig komen ook andere kleuren in beeld zoals de blauw en fawn Somali, vaak in combinatie met zilver.

Karakter

Het zijn zeer actieve, levendige en speelse katten tot op hoge leeftijd. Super nieuwsgierig en buitengewoon aanhankelijk. Ze kunnen slecht tegen alleen zijn en voelen spanningen en andere stemmingen in het huishouden goed aan. Aanhoudende stress-situaties hebben een duidelijke weerslag op hun gedrag en hun gezondheid. Favoriete bezigheden zijn rennen, spelen, de eigenaren om hun pootjes winden, eten en lekker in het zonnetje of op schoot liggen genieten. Ze hebben veel aandacht nodig en kunnen het beste samen met een speelkameraadje gehouden worden. Ook hebben ze de nodige ruimte nodig om hun energie kwijt te raken en het is dus heel erg fijn als ze de beschikking hebben over een afgeschermde tuin of balkon en een flinke klimpaal.

Somali’s zijn slanke, zeer gespierde katten die een zeer natuurlijke en alerte indruk maken. Het meest kenmerkende is hun vachtpatroon. Elke haar heeft een aantal kleurbandjes, ticking genaamd, wat het dier een heel speciaal uiterlijk geeft. Inmiddels zijn er meerdere rassen die dit bijzondere patroon van de Somali hebben overgenomen. Het zijn dieren die een lange tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen.

 

Bij voorkeur met pluimpjes op de top van de oren. Vanaf de achterkant van de kop, over de rug tot het punt van de staart loopt bij voorkeur een streep in de genetische kleur (zwart bij de wildkleur), ook wel de aalstreep genoemd. Op het onderste gedeelte van de achterkant van de achterpoten zou ook een streep moeten lopen, waardoor men de indruk krijgt dat de SomAby sokken aan heeft. Dit worden ‘laarsjes’ genoemd. Helaas gebeurt het steeds vaker dat de Somali deze laarsjes mist.

 

SOMALI (NOK standaard)

 

Afgeleid van de GCCF-standaard

De Somali is een harmonieus gebouwde kat van gemiddelde grootte. Het middelslanke lichaam is soepel en gespierd en heeft een glad aanliggende vacht met een duidelijke ticking. Een kat behoort niet hooggewaardeerd te worden omdat hij in één opzicht uitblinkt.

 

KOP
Alle lijnen van de kop zijn afgerond, vooral het voorhoofd. Doordat de schedel breed bij de oren is en het snuitje afgerond, heeft de kop een gematigde wigvorm. De kaaklijn vertoont een lichte onderbreking. Bij volwassen katers zijn katerwangen toegestaan Belangrijk in het profiel is de lichte glooïng bij de neusbrug; een dopje op de neus is ongewenst. Volle en stevige kin. Elegant gebogen nek.

 

OREN
De grote oren zijn wijd uit elkaar geplaatst en zetten de lijnen van de wig voort, ze wijzen iets naar voren De oren hebben een diepe schelp, met een goed behaarde binnenrand. Oorpluimpjes gewenst.

 

OGEN
Grote, licht amandelvormige ogen, wijd uit elkaar en schuin geplaatst.

 

OOGKLEUR
Heldere diepe tint amber, hazelnoot of groen.

 

LICHAAM
Middelgroot, vrij slank, maar goed gespierd soepel lichaam met een horizontale ruglijn

 

POTEN en VOETEN
Slanke, elegante poten in goede verhouding tot het lichaam. Kleine, ovale voeten.

 

STAART
Vrij lang, breed aan de basis en geleidelijk smaller toelopend. De punt van de staart reikt, wanneer de staart langs het lichaam gehouden wordt, tot vlak achter de schouders.

 

VACHTSTRUCTUUR SOMALI
Zacht en fijn van structuur, dicht ingeplant, maar sluik langs de ruggengraat vallend. De halflange vacht is overal even lang, behalve op de schouders waar hij korter mag zijn. Bij twee katten van hetzelfde type en kleur wordt de voorkeur gegeven aan een kat met een kraag en broek. Kraag en broek hoeven nog niet aanwezig te zijn bij kittens. Pluimpjes in en bovenop de oren en haarplukjes tussen de tenen. Volle pluimstaart.

 

AFTEKENING
De ticking is het belangrijkste onderdeel van de vacht. Duidelijke ticking met tenminste 4 kleurbandjes (= dubbele ticking). De haarwortels zijn in de grondkleur en de haarpunten in de genetische kleur. Gepigmenteerde lijnen in de genetische kleur van de binnenste ooghoek naar de bovenkant van de kop en ook van de buitenste ooghoek naar de rand van de oren. Het haar rondom de ogen is licht gekleurd en de ooglidranden hebben de genetische kleur. De oren zijn donkerder bij de oorpunten en bij voorkeur lichter in het midden (duimafdruk). Kin, lippen en neusvleugels in de grondkleur of crème, wit is ongewenst. Overige witte aftekeningen, zoals b.v. een medaillon, zijn niet toegestaan. Er loopt bij voorkeur een lijn in de genetische kleur van de achterzijde van de kop, over de ruggengraat en de staart waar hij overgaat in een effen punt van dezelfde kleur (aalstreep). Deze zelfde kleur loopt vanaf de tenen tot de hiel (laarsjes). Géén zware gesloten halsband, strepen of andere aftekeningen toegestaan, alleen een vage gebroken halsband of vage streepjes op de poten toegestaan.

 

NIET TOEGESTAAN (geen titel of U1 bij kittens)

  • Wit doorlopend tot over de keel

  • Gesloten halsband

  • Afwezigheid tabby tekening op de kop en rond de ogen bij volwassen katten

  • Ontbreken van donkere staartpunt

  • Ringen op de staart

  • Teveel taankleur bij de zilvers

  • Onvoldoende duidelijke afgetekende ticking of ticking met te weinig contrast

  • Minder dan 4 kleurbandjes (of dubbele ticking) bij volwassen katten

  • Zwakke kin

  • Recht profiel of stop in profiel

  • Zweepstaart

  • Twee of meer van onderstaande fouten

FOUT

  • Pinch (geknepen snuit) of ontbreken van lichte welving in de kaaklijn

  • Lichte of modderige oogkleur

  • Ogen niet schuin geplaatst

  • Zware open halsband

  • Afwezigheid van aalstreep

  • Afwezigheid van laarsjes op de achterpoten

  • Duidelijke strepen op de poten

  • Grauwe haarbasis op groot deel van de kat

  • Pluizige, zachte, te lange of te ruige vacht (bij de Abessijn)

  • Taankleur bij volwassen zilveren katten

  • Koude, bleke grondkleur bij wildkleur

  • Voor blauw: bijna witte grondkleur in het bijzonder op de rug

  • Eenkleurige poot bij torties

 

OPMERKINGEN
De ticking ontwikkelt zich langzaam maar moet bij kittens echter tenminste op de schouders aanwezig zijn. Ook de kleur van de ondervacht kan zich langzaam ontwikkelen, terwijl een aanvankelijk grauwe ondervacht op termijn vaak zal verdwijnen. Bij jonge kittens is dit dan ook nog toe te staan. Grauw op ellebogen en schouders is bij veel Somali’s nog aanwezig.


Bij kittens kan er nog enige aanzet halsband en pootstreepjes aanwezig zijn. Er zijn nog maar weinig dieren met volledige laarsjes tot de hak en/of een volledige doorlopende aalstreep en/of pluimpjes op de oren. Het ontbreken van een van deze drie punten moet niet te streng beoordeeld worden. De meeste Somali’s hebben minimaal twee jaar nodig om zich helemaal te ontwikkelen. Belangrijk bij de beoordeling van deze twee rassen is het totale beeld, deze katten moeten een goede balans hebben. Zie ook de eerste regels van deze standaard.
De ondervacht van de blauwe variëteit zal meestal overal goed zijn, maar ontwikkelt zich op de rug meestal heel traag tot een heel lichte, soms bijna witte, havermoutkleurige tint. Hormonale invloeden spelen hierbij waarschijnlijk een rol. De diepe warme tint van de geslachts-gebonden kleuren rood en crème ontwikkelt zich pas bij het volwassen worden en zal bij kittens en jonge katten meestal nog ontbreken.

 

 

 

wildkleur(genetisch zwart)

kleurimpressie: diep gloeiend warmbruin

ticking: zwart

grondkleur: warm donker abrikoos kleurig

neusleer: steenrood, zwart omrand

voetzolen: zwart

 

sorrel(genetisch licht bruin)

kleurimpressie: diep koperrood

ticking: warme kaneelkleur

grondkleur: warm abrikoos

neusleer: roze, kaneelkleurig omrand

voetzolen: zalmroze

 

chocolate

kleurimpressie: diep warmbruin

ticking: chocolate

grondkleur: warm donker abrikoos

neusleer: roze, chocolate omrand

voetzolen: rozebruin

 

blauw

kleurimpressie: blauwgrijs met zachte warme gloed

ticking: staalblauw

grondkleur: havermoutkleurig

neusleer: roze, staalblauw omrand

voetzolen: blauw

 

lilac

kleurimpressie: roze-achtig duifgrijs

ticking: lilac

grondkleur: lichtbeige

neusleer: roze, lilac omrand

voetzolen: oud-roze

 

fawn

kleurimpressie: warm zandkleurig

ticking: zandkleur

grondkleur: licht beige

neusleer: roze, licht zalmroze omrand

voetzolen: zalmroze

 

rood

kleurimpressie: warm oranjerood

ticking: dieprood

grondkleur: oranjerood

neusleer: roze

voetzolen: roze

 

crème

kleurimpressie: licht crème

ticking: crème

grondkleur: licht crème

neusleer: roze

voetzolen: roze

 

TORTIES
Voor de torties geldt:
De beide kleuren van de vacht zijn gemêleerd of komen in kleine vlekjes voor, bij voorkeur gelijkmatig over het lichaam verdeeld. Aan- of afwezigheid van een bles is onbelangrijk.

 

ZILVERS
Alle toegestane kleuren
Voor de zilvers geldt:
De grondkleur is zilverwit. De ticking heeft de genetische kleur. Het geheel geeft een sprankelend effect.

N.B. Bij tortie zilvers kan weinig rood aanwezig zijn.

 

bottom of page